Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In [15][moeders] buik hield [16]hij zijn [17]broeder bij de [18]verzenen; en in [19]zijn kracht [20]gedroeg hij zich vorstelijk met God. 15. Van de invoeging van dit woord, zie Richt.13:5; Job 3:10, en boven hfdst.9 vs.11. 16. De patriarch Jakob, hunlieder voorvader, van wien hier enige wonderlijke geschiedenissen en bijzondere weldaden Gods, aan hem en door hem aan hen allen bewezen, verhaald worden, om deze zijn lafaardige kinderen vanwege hunne ondankbaarheid te beschamen. 17. Ezau. 18. Tot een teken dat God Jakob het recht der eerstgeboorte door loutere genade toegelegd had, dat hij door het recht der natuur niet kon hebben. 19. Die hem God gegeven had om dezen kamp uit te staan. 20. In zijne worsteling met den Zoon Gods. Zie de historie, Gen.32:24, enz. en de aantekening.